Met kerst eten we meestal aparte soorten vlees die je anders bijna nooit eet. Met dat in gedachten, ging ik naar de winkel. Ik wilde iets halen wat ik normaal nooit echt gebruik. Wat dus ook betekent dat ik nooit echt een goed stuk vlees heb gebraden. Uiteindelijk kwam ik dus uit bij rosbief. Ik kon me namelijk niet herinneren waneer ik dat gegeten had. Behalve de carpaccio natuurlijk. In plaats van een heel stuk rosbief, haalde ik lappen. Een groot stuk vlees is voor twee personen namelijk iets te veel. Omdat het lappen waren, hoefde ik ze ook totaal niet lang te bakken. Wat mij weer het gevoel gaf dat ik er ook vrij weinig aan kon verpesten haha. Dit recept is dus best wel ‘fool proof’ zeg maar. Terwijl je wel echt het gevoel hebt dat je een speciaal stukje vlees zit te eten (vind ik dan).

Dit heb je nodig voor 2 personen:

• 4 lapjes rosbief (ongeveer 300 gr)
• 1 kleine ui
• 100 ml kookroom
• 200 ml creme fraiche
• 2 tot 3 el mosterd
• zout en peper
• boter of olie

Zo maak je het:

Snipper de ui fijn. Bestrooi de rosbief lapjes met zout en peper. Verhit een steelpannetje met wat olie of boter en fruit de ui tot hij glazig is. Roer de room en de crème fraiche erdoor en voeg 2 tot 3 el mosterd toe. Breng op smaak met zout en peper en laat zachtjes pruttelen tot de saus wat dikker begint te worden. Verhit vlak voor de saus klaar is, wat boter in een koekenpan en bak de rosbief lapjes ongeveer 2 minuten per kant goudbruin. Leg de rosbief op een bord en dek af om te laten rusten. Ondertussen kun je eventueel nog een lepeltje jus van het vlees door je saus roeren als je dit lekker vind. Serveer het vlees samen met de saus. Wij aten hier een aardappelgerecht bij en wat zoete worteltjes (recept komt morgen online).

Een fijne kerst en eetsmakelijk!